Dit moet je weten over Gambia

In oktober 2014 was het voor mij de allereerste keer dat ik naar Afrika ging. Op uitnodiging van het Tourism Board Gambia vertrok ik naar dit West-Afrikaanse land. Ik had van te voren eerlijk gezegd geen enkel idee wat ik moest verwachten. Mijn idee van Afrika was savanne’s, wildlife en houten hutjes, een typisch filmbeeld eigenlijk. Inmiddels heb ik dit idee bijgeschaafd en weet ik hoe groot de verschillen binnen dit continent kunnen zijn. Omdat Gambia een vakantiebestemming in opkomst is bij de Nederlanders leek het me goed om een wat informatiever artikel te schrijven: Dit moet je weten over Gambia.

Geografische ligging

Op de wereldkaart moet je goed kijken want het kan maar zo zijn dat Gambia je totaal niet opvalt, het is namelijk een super klein en smal land. Gambia ligt in het westen van Afrika en wordt omringd door Senegal. De westkust van Gambia grenst aan de Atlantische Oceaan. De kustlijn is echter niet zo lang, het land is namelijk slechts enkele tientallen kilometers breed. Met een oppervlakte van slechts 11.300km² is Gambia het kleinste land op het Afrikaanse vasteland en daarmee zelfs kleiner dan Nederland. Het is iets groter dan de provincies Gelderland en Noord-Brabant samen.

Klimaat

Wanneer je voor het weer naar Gambia gaat is het goed vertoeven. Althans, dat is vooral wanneer je in onze winter- en lenteperiode naar het land vertrekt want van oktober tot en met half juni valt er bijna geen regen in het land. In deze maanden kan de temperatuur oplopen tot 40°C en ik kan je vertellen: ook in Gambia is dit héét. Dankzij het subtropische klimaat kan het trouwens ook nog wel eens erg benauwd worden in Gambia, maar aan de kust heb je hier nauwelijks last van. Bovendien is het voornamelijk benauwd in het regenseizoen dat loopt van halverwege juni tot en met september. De helft van alle regen die jaarlijks in Gambia valt, valt in augustus dus beter vermijd je deze maand om naar het land te reizen. De luchtvochtigheid kan in deze maand ook oplopen tot 95% en dat is plakken!

Landschap en natuur

Als je denkt dat je savannes en uitgestrekte vlaktes gaat tegenkomen in Gambia dan moet ik je toch teleurstellen. Het ‘echte Afrika’ dat je vaak in natuurfilms voorbij ziet komen zie je niet terug in Gambia. Ik ervaarde zelf het land als opvallend groen, al schijnt het zo te zijn dat het land jaren geleden nog veel meer bebossing kende. Gelukkig zijn er de laatste jaren veel herbebossingsprojecten gestart waardoor het land beetje bij beetje weer wordt hersteld in de oude staat. De meest bekende boom van Afrika: de Baobab-boom (ook wel de apenbroodboom) zien we in Gambia vaak terug. De vrucht van deze boom wordt gebruikt voor de baobabjuice, een ontzettend populair lokaal drankje.

Wanneer je verder landinwaards gaat kom je hier en daar nog enkele meertjes tegen. Niet geschikt om in te zwemmen, maar wel mooi om te zien zo tussen het groen. En uiteraard is daar de Gambia-rivier nog, de belangrijkste rivier van het land en tevens degene die het hele land doorkruist en zo Senegal inloopt.

Hoewel je bij een subtropisch klimaat wellicht een tropisch strand (leest: wit zand, helder water) verwacht, heeft Gambia dit niet. De stranden zelf doen me een beetje denken aan de stranden die we hier in Nederland hebben, al worden ze in Gambia natuurlijk gekenmerkt door de aanwezigheid van palmbomen.

Wildlife

Voor giraffen, antilopes en de ‘big five’ hoef je niet naar Gambia te gaan, want die zul je er niet tegenkomen. Gambia is dus inderdaad niet het land voor safari’s maar vogelspotters zullen hun geluk opkunnen in dit land. In Gambia werden tot nu toe ongeveer 450 verschillende vogels geteld en nog steeds worden er nieuwe soorten ontdekt. Het is dan ook logisch dat je vrijwel overal in het land kunt deelnemen aan vogeltours.

De dieren die je wel tegen kunt komen in Gambia zijn apen, deze lopen her en der gewoon los maar bavianen kun je van heel dichtbij zien in Makasutu Forest, dolfijnen in de Gambia rivier en slangen. Mocht je alligators willen aaien dan kan dit bij de Kachikally Crocodile Pool in Bakau. Zelf heb ik geen goed gevoel bij deze ‘pool’ want hoe kan een groep krokodillen zich zo stil houden dat ze zich laten aaien, maar de verzorgers beweren dat de dieren niets toegediend krijgen dus laten we daar vanuit gaan.

Kortom: voor vogelliefhebbers is Gambia absoluut de place to be, ben je meer fan van zoogdieren dan moet je toch echt richting het zuiden van Afrika.

De mensen

Kleurrijk, dat is vooral hetgeen dat ik wil zeggen over de bevolking van Gambia. De vrouwen lopen rond in de meest prachtige jurken gemaakt van bontgekleurde stoffen terwijl de mannen daarentegen een stuk minder aandacht besteden aan hun outfit. Ik durf, en dit is vast een hele gewaagde uitspraak, te zeggen dat het met de armoede meevalt in Gambia. Natuurlijk zie je de nodige golfplaat-huisjes, lopen de kinderen in afgewassen shirts rond en is goed schoeisel wel het laatste waar de Gambianen zich druk om maken, maar ik had een beeld van magere mensen en kindjes met een snottebel bij Afrika. Dit ben ik in Gambia niet tegengekomen. De kinderen zien er goed verzorgd uit, kunnen naar school en ik heb ook geen zieke mensen die aan hun lot worden overgelaten op straat gezien. Uiteraard is het land vergeleken met de westerse wereld alsnog arm, maar het is te zien dat de Gambianen profiteren van het toerisme dat hun kant op komt.

Verder zijn de mensen vooral heel vriendelijk. Ze maken een praatje met je,  lachen naar je en zwaaien graag. Maak echter niet stiekem foto’s van ze want dan worden ze pislink, heel terecht natuurlijk. Langs de kustlijn en in de buurt van hotels is het wel te merken dat de bevolking gewend is aan toeristen. Zo af en toe is het net een verkapt Turkije met de vele verkopers die je nutteloze spulletjes proberen aan te smeren, maar hier prik je zo doorheen.

Het eten

Over het eten in Gambia heb ik je al eens eerder verteld. Ik kan hier nu dan ook heel kort over zijn: voor het eten hoef je niet naar Gambia te gaan. De lokale keuken is vrij summier en voor reizigers/toeristen is het maar lastig om eraan te komen. Echt Gambiaanse restaurants zijn er namelijk niet echt en als ze er al zijn, zijn ze niet heel makkelijk te vinden. De drie meest populaire gerechten van het land (Domoda, Yassa en Benachin) zijn echter wel het proberen waard dus probeer dit zeker een keer te eten wanneer je in het land bent!

Ik kan iedereen eigenlijk maar één goede tip meegeven en dat is: ga zo blanco mogelijk naar Gambia. Dit standpunt probeer ik altijd bij iedere reis in te nemen want op deze manier valt een bestemming nooit tegen. Naar mijn idee is Gambia het perfecte opstapje wanneer je nog nooit eerder in Afrika bent geweest. De mensen zijn vriendelijk een behulpzaam, het weer is fantastisch en ook natuurliefhebbers zullen hun ei kwijt kunnen in dit West-Afrikaanse land.