Vet de muffinvorm goed in met gesmolten boter of bekleed deze met papiertjes.
Rol het bladerdeeg over de breedte op en snijd de rol in 8 stukken van 2cm breed.
Duw de plakjes bladerdeeg in de muffinvormpjes en zorg voor een opstaand randje. Zet vervolgens de muffinvorm in de koelkast.
Doe voor de custard 150 ml van de melk in een steelpannetje en voeg hier het vanillestokje en de citroenreepjes aan toe. Breng de melk aan de kook en haal vervolgens het vanillestokje en de citroenschil uit de pan.
Klop ondertussen in een ander kommetje de rest van de melk, samen met de bloem, maïzena en eidooiers op tot een egaal mengsel.
Schenk al roerend de warme melk in de kom en schenk vervolgens alles weer terug in de steelpan. Laat het op laag vuur nog zo'n 5 minuten al roerend pruttelen tot het dikker begint te worden. Zet opzij terwijl je de vanillekaramel maakt.
Doe voor de vanillekaramel de suiker samen de helft van het water, vanillestokje en citroenschil in een steelpannetje. Breng aan de kook en kook door tot een lichtbruine, geurige karamel ontstaat. Roer tussentijds niet maar wals de pan af en toe even.
Schenk zodra de karamel mooi bruin is geworden voorzichtig de rest van het water in de pan. Kook nog even door zodat alle harde stukjes verdwijnen.
Schenk de helft van de vanillekaramel bij de custard en klop dit klontvrij. Klop als laatste de twee eidooiers ook nog door de custard.
Schuif een bakplaat op het bovenste niveau van de oven en verwarm de oven (boven- en onderwarmte) voor op de heetste stand. Bij mij was dit 280°C.
Verdeel de aardbeien over de bladerdeegbakjes en schenk de vormpjes vol met custard.
Zet de muffinvorm op de hete bakplaat boven in de oven en bak de custard taartjes in 9 - 10 minuten gaar. Zorg ervoor dat de bovenkanten hier en daar mooi bruin kleuren.
Haal de custard taartjes uit de oven en smeer de bovenkant in met extra vanillekaramel.
Laat de taartjes vervolgens 5 minuten afkoelen in de muffinvorm en daarna volledig op een rooster.