Verwarm de oven voor op 180℃ en bekleed de bakplaat met een vel bakpapier.
Doe voor de custard de volle melk samen met de vanille-aroma en de helft van de kristalsuiker in een steelpannetje. Verwarm dit tot de damp er vanaf komt.
Klop ondertussen de eidooiers met de rest van de suiker en de maizena tot een romig mengsel.
Schenk de helft van de warme melk al kloppend bij de eidooiers in de kom en schenk vervolgens alles weer terug in de steelpan.
Breng het geheel aan de kook en roer goed door tot de custard zo dik is als pudding.
Schep de custard in een plastic bak, dek af met een deksel en zet weg in de koelkast tot de custard is afgekoeld, dit duurt ongeveer 2 uur.
Schil als de custard is afgekoeld de appels en hol ze uit met een appelboor. Snijd de appels in dikke plakken van 1/2-1 cm dik.
Schep de kristalsuiker en kaneelpoeder om en wentel de appelschijven door de kaneelsuiker.
Rol één vel bladerdeeg uit en leg hierop 6 stukken appel met voldoende tussenruimte. Schep op iedere appelschijf een lepel custard.
Leg het andere vel bladerdeeg over de stukken appel en duw de plakken bladerdeeg rondom de appel lichtjes op elkaar.
Druk met een uitsteker de appelflappen uit het bladerdeeg en duw de randen met behulp van een vork op elkaar.
Bestrijk de bovenkant van de appelflappen met losgeklopt ei en strooi er nog extra kaneelsuiker overheen.
Bak de appelflappen in 25 minuten in het midden van de oven goudbruin en gaar.