Smelt de boter in een pannetje en voeg hier de gembersiroop en het zout aan toe. Doe het mengsel samen met de bloem, gist, volle melk, kristalsuiker en de kaneel in een kom en kneed het geheel met de keukenmachine tot een stevig deeg.

Rol (of druk met je vingers) het deeg uit tot een rechthoekige plak. Verdeel hier een deel van de suikerparels overheen. Vouw de zijkanten van het deeg naar binnen en rol het vervolgens nogmaals uit tot een rechthoek. Verdeel ook hier de suikerparels weer overheen en herhaal deze stap nog één keer.

Kneed het deeg voorzichtig nog een keer door met je handen, je wil niet dat alle suikerparels eruit gekneed worden, en vorm er een bal van. Leg het deeg in een licht ingevette kom, dek de kom af en laat het deeg een uur op kamertemperatuur rijzen.

Kneed het deeg na een uur even kort door en verdeel het in 14 stukken.

Duw ieder stuk deeg uit tot een cirkel en neem de randen samen. Vorm op deze manier 14 bolletjes van het deeg.

Leg de suikerbollen op een met bakpapier beklede bakplaat. Dek de plaat af en laat de suikerbollen nogmaals een uur rijzen.

Verwarm de oven voor op 200°C en bak de suikerbollen in het midden van de oven in 15 minuten gaar.

Smeer de bovenkant van de suikerbollen in met gesmolten boter zodra ze uit de oven komen en laat de broodjes volledig afkoelen.