Verwarm de oven voor op 220 graden.

Schil en snijd de appels in kleine blokjes. Doe ze in een kom en roer de suiker en kaneel erdoor.

Maak nu de karamelsaus. Verspreid de suiker over de bodem van een pan en verdeel hierover het water. Verwarm de suiker (niet roeren!) totdat deze een lichtbruine kleur krijgt. Zodra de karamel mooi van kleur is haal je de pan van het vuur.

Laat de karamel een beetje afkoelen en voeg de boter toe. Roer goed door en voeg vervolgens de slagroom toe. Als laatste kun je nu het zout er doorheen roeren (je kunt dit nu ook achterwege laten en op het moment van serveren een beetje zout over de met karamel bedekte appelflap strooien).

Maak nu de appelflappen. Verdeel de vellen bladerdeeg op je werkblad en smeer de helft (verticaal) van ieder vel in met een beetje karamelsaus. Leg daar bovenop een beetje van het appelmengsel.

Smeer nu alle randen in met een beetje water en vouw de vellen dubbel. Druk de randen goed aan en bestrooi alle flappen met wat suiker. Schuif ze in de oven voor ongeveer 20 minuten.

Als alle appelflappen klaar zijn schenk je er voor het serveren flink wat karamelsaus overheen. Maak eventueel af met een beetje grof zeezout.