Verwarm de oven voor op 180 graden.
Verhit een beetje olijfolie in een pan, en voeg de gesnipperde ui toe. Bak op middelhoog vuur een beetje glazig en voeg dan de knoflook en tijm toe. Roer even goed door, bak het rustig een beetje en voeg dan de in stukken gehakte kastanjechampignons en portobello's toe.
Wanneer je de kastanjechampignons en portobello's even gebakken hebt met het kruidenmengsel, voeg je de scheut balsamicoazijn toe. Laat dit met het vocht van de champignons inkoken op zacht tot middelhoog vuur. Roer af en toe door en voeg een beetje zout toe. Het inkoken heeft even tijd nodig maar het vocht zal vanzelf verdwijnen. Wanneer dit het geval is draai je het vuur uit, en doe je het champignonmengsel in een grote mengschaal.
Verhit opnieuw een beetje olijfolie in de pan en laat de spinazie hierin slinken. Beetje bij beetje voeg je de spinazie toe, totdat je de volledige 300 gram in de pan hebt zitten en het allemaal geslonken is. Voeg de spinazie daarna toe aan de champignons in de mengschaal.
Zorg ervoor dat de walnoten op de juiste wijze gemalen en gehakt zijn, en voeg het toe aan het mensel in de schaal. Voeg ook de ricotta en de oude kaas toe, wat peper en roer alles goed door elkaar tot een stevige massa.
Rol een vel bladerdeeg uit over een met bakpapier beklede bakplaat.
Doe het mengsel in een met bakpapier beklede cakevorm, en druk het geheel goed aan. Stort het mengsel vervolgens op het vel bladerdeeg en verwijder de bakvorm en het bakpapier. Leg het andere vel bladerdeeg er overheen en druk voorzichtig aan. Snijd de rondom de rand weg (houd 1cm speling over), en druk de randen aan met een vork.
Smeer de Wellington in met een laagje ei. Van het overtollige deeg kun je vormpjes maken en deze op de Wellington plakken. Ook de vormpjes smeer je in met een laagje ei en het geheel schuif je vervolgens in de oven voor 45-5- minuten. Klaar wanneer het bladerdeeg mooi goudbruin is.