Verwarm de oven voor op 180° en vet een springvorm goed in met olie. Bekleed eventueel de bodem met een vel bakpapier.

Doe de eieren en de suiker in een kom en klop dit in 10 minuten tot een wit, luchtig beslag. Voeg de bloem en een snuf zout toe en klop dit nog even kort tot een klontvrij mengsel.

Stort het biscuitbeslag in de springvorm en bak de taart in het midden van de oven in 30 minuten goudbruin en gaar. Laat de biscuitbodem 5 minuten in de springvorm afkoelen en vervolgens volledig op een taartrooster.

Klop de slagroom samen met de vanillesuiker lobbig. Voeg hier de mascarpone aan toe en klop het geheel tot een stevig room.

Snijd de afgekoelde biscuitbodem doormidden. Smeer de onderkant in met een flinke laag jam en verdeel hier een laagje lange vingers overheen. Smeer vervolgens een laag van de mascarponecrème over de lange vingers.

Leg de bovenkant van de biscuittaart op de ingesmeerde bodem en smeer vervolgens de volledige taart aan boven- en zijkanten in met de mascarponecrème.

Zet de overige lange vingers als een opstaande rand langs de zijkant van de taart. De mascarponecrème zorgt ervoor dat de lange vingers blijven plakken, maar bind ze desnoods bij elkaar met een touwtje of lint.

Bestrooi de bovenkant van de taart met muisjes en eventuele andere decoratie. Serveer de kraamtaart direct of bewaar hem in de koelkast.